Dag 16

Tekst uit het boek Exodus

Hoofdstuk 7, vers 8-13

Reflectie

In de lezing van vandaag beveelt Farao zijn tovenaars om hetzelfde teken te doen als dat van Aäron. Dit is slechts een loze poging om de mensen in verwarring te brengen door de kracht te ontnemen aan het teken van God. Farao probeert alternatieven voor Gods weg aan te bieden. Tegenwoordig vinden we overal moderne ‘farao’s’ die hetzelfde proberen te doen. “Lees dit boek, het zal je de rust geven die je zoekt”. “Breng tijd door op deze website, het zal je de relaties geven die je wenst”. “Neem dit dieet in combinatie met deze supplementen, en je zult zo’n beetje eeuwig leven”. Maar we zijn gemaakt voor God zelf, en niets anders kan ons hart vervullen.

Hoe vaak heb je niet geprobeerd nieuwere, gemakkelijkere wegen naar vrijheid in te slaan, om je op het moment van mislukking iedere keer opnieuw te realiseren dat er geen “gemakkelijkere manier” is? Vrijheid en verlossing vind je alleen door het kruis. Dit kan ontmoedigend zijn; de weg naar God is moeilijk. Wat als we nu eens niet perfect zijn? Wat als we het gewoon niet kunnen? Wat zal er van ons en ons gezin worden als we er niet in slagen de weg van de Heer te bewandelen? Als we zelf de weg van het kruis niet aankunnen, en er geen gemakkelijkere weg is, wat blijft er dan anders voor ons over dan wanhoop?

Deze vragen hebben allemaal één ding gemeen: ze sluiten Gods genade uit. Er is een goede reden om ons zorgen te maken als we alleen aan onszelf en onze beperkte bekwaamheden denken. Gebed, ascese en broederschap zijn geen gemakkelijke dingen om na te leven. In het licht van de uitdaging is het normaal om alternatieve wegen naar God te zoeken, of erger nog, om achter dingen aan te rennen die ons afleiden van ons onvermogen om het allemaal alleen af te kunnen. Maar kijk naar de Schriftlezing van vandaag. Terwijl Mozes en Aäron voor Farao staan, zijn ze in bijna alle opzichten inferieur aan hem in de ogen van de wereld, maar God is aanwezig en Hij handelt namens hen.

“Wees niet bang.” Dit is de meest voorkomende zin in de hele Schrift, die in één of andere vorm meer dan 350 keer in het Oude en Nieuwe Testament voorkomt. Op het moment dat Jezus met zijn openbare bediening begint, erkent Simon, later Petrus genoemd, zijn eigen zondigheid wanneer hij Jezus ontmoet. Hij valt op zijn knieën en smeekt de Heer om van hem weg te gaan. Jezus sprak vervolgens de volgende woorden tot hem: “Wees niet bevreesd, voortaan zult ge mensen vangen” (Lucas 5:10). Kijk naar de reactie van deze man, die zojuist openlijk zijn tekortkomingen heeft toegegeven: “Ze brachten de boten aan land en lieten alles achter om Hem te volgen”.

Het is waar dat je niet in staat bent om gebed, ascese en broederschap perfect te beleven. Maar je hoeft niet te wanhopen. Net zoals de Vader er was voor Mozes en Christus voor Simon Petrus, zo is ook de Heilige Geest er nu voor jou. “Wees niet bang.” Er is geen andere weg naar vrijheid en verlossing dan de weg van het kruis, een leven van gebed, ascese en broederschap. Maar God is hier bij jou. Wees niet bang: God leeft en is op dit moment met jouw leven bezig en Hij zal dat gedurende de hele negentig dagen blijven doen. Wees niet bang: je bent Gods zoon; Hij houdt van je en Hij is hier om je de genade te geven die je nodig hebt om een vrij man te zijn, vreugdevol wandelt Hij met jou op de weg naar verlossing. Houd dit vandaag tijdens je gebedstijd voor ogen.

Ga terug naar het overzicht van Exodus 90